Programmabegroting 2013

donderdag, februari 7th, 2019

“De Programmabegroting 2013 vormt nog niet het verbeterde sturingsinstrument voor de raad”Rekenkamer Tilburg

Deze brief bespreekt of de programmabegroting, die voor het begrotingsjaar 2013 een andere opzet had gekregen, een verbeterd sturingsinstrument voor de raad was geworden. De beoordeling werd uitgevoerd aan de hand van een kleine 30 eisen waaraan de begroting naar de mening van de Rekenkamer zou moeten voldoen. Een deel van deze eisen zijn wettelijk vastgelegd in het zogenaamde Besluit begroting en verantwoording voor provincies en gemeenten. Een van de eisen betrof de eis dat de begroting meetbare en evalueerbare informatie over bereikte resultaten bevat. Dat bleek inderdaad het geval, maar alleen op sterk geaggregeerd niveau. De raad was dus niet in staat relaties tussen budget en resultaten op het lagere en concretere niveau te bepalen. Ook de meerjarenramingen werden op geaggregeerd niveau gepresenteerd; een eenduidige koppeling van budgetten aan activiteiten en gewenste resultaten ontbrak. Deze en andere constateringen leidden tot de conclusie dat de programmabegroting voor 2013 nog niet een verbeterd sturingsinstrument voor de raad was.

Een herkenbare raad

zaterdag, juli 7th, 2012

Een onderzoek naar gebruik en tevredenheid van raadsinstrumenten

“De raad is positief over beschikbare instrumenten, maar kritisch over de ruimte die het college de raad biedt om zijn rol waar te maken” Rekenkamer Tilburg

Dit Rekenkameronderzoek constateerde ten eerste dat de gemeenteraad beschikt over een breed palet aan raadsinstrumenten, zoals onder meer hoorzittingen, initiatiefvoorstellen, moties en interpellaties, en dat de raad deze instrumenten ook regelmatig inzet bij zijn kaderstellende en controlerende rol. Ook bleken geënquêteerde raadsleden zelf tevreden te zijn over het beschikbare instrumentarium. Als er klachten waren over de mogelijkheden hun rol waar te maken, dan betrof dat de informatievoorziening aan de raad door het college. De raad was eveneens tevreden over het functioneren van de griffie bij het inzetten van de raadsinstrumenten. Wel werd door raadsleden de wens geuit dat de griffie de informatie die het college naar de raad stuurt kritischer beoordeelt en daarbij een proactieve houding richting college en ambtenaren kiest. Deze wens past in het beeld dat ongeveer de helft van de geënquêteerde raadsleden vindt dat de kwaliteit van de informatie die het college aan de raad verstrekt te gering. De Rekenkamer adviseerde om de ideeën en suggesties van geënquêteerde raadsleden voor een versterking van de rol van de raad in een actieplan te vertalen en dit plan in een werkconferentie uit te werken.

Een goede raad: investeer in de kwaliteit van informatie

vrijdag, februari 1st, 2019

Een onderzoek naar de kwaliteit van de informatievoorziening met betrekking tot de gemeentelijke grondexploitatie en de algemene uitkering gemeentefonds

“De door het college verstrekte informatie maakt het voor de gemeenteraad niet eenvoudig om tijdig te kunnen sturen, accelereren, afremmen of stoppen” Rekenkamer Tilburg

Het budgetrecht van de raad is een fundamenteel recht van de gemeenteraad, waarvoor hij kwalitatief hoogwaardige informatie nodig heeft. Dit onderzoek beoordeelt of de door het college beschikbaar gestelde informatie hiervoor toereikend is in het geval van de grondexploitatie en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze twee onderwerpen zijn van groot belang voor de raad. Met de grondexploitatie kunnen aanzienlijke bedragen gemoeid zijn die echter in de tijd gespreid zijn. De algemene uitkering is de belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente en om gefundeerde keuzes over de allocatie van het budget te kunnen maken dient de raad de beschikking te hebben over betrouwbare voorspellingen. De Rekenkamer constateerde dat de kwaliteit van de informatie niet aan een aantal (minimum)normen voldeed. Zo was de Rekenkamer niet in staat op basis van de begrotingsstukken een inzichtelijk samenhangend financieel totaalbeeld van kosten, opbrengsten, resultaten en risico’s van het grondbeleid te verkrijgen. Bij de algemene uitkering was het niet duidelijk hoe meerjarige ramingen van de inkomsten uit het gemeentefonds werden bepaald, uitgaande van het begrotingsbeleid van het rijk in een bepaald jaar. Bovendien was veel relevante informatie verspreid over meerdere P&C stukken. De conclusie was dat de door het college verstrekte informatie de gemeenteraad onvoldoende in staat stelde het budgetrecht te kunnen benutten. Om hier verbetering in aan te brengen stelde het rapport 21 aanbevelingen voor.

Sturing middels de programmabegroting

vrijdag, februari 1st, 2019

“Richt de begrotingsstukken zo in dat zij passen bij de nieuwe organisatie, en de raad inzicht geeft wie bij welk onderwerp aanspreekbaar is” Rekenkamer Tilburg

Vanaf 2011 is er in de gemeentelijke organisatie een reorganisatietraject opgestart onder de naam ‘Tilburg Transformeert’. Het doel van deze transformatie was de planning en controlcyclus beter aan te laten sluiten op de wensen en behoeften van raad, college en management. De Rekenkamer heeft parallel aan dit traject een programma van eisen voor de begroting ten behoeve van en in samenspraak met de raad opgesteld. De begroting is immers het sturings- en controle-instrument van de raad en deze functies zouden verbeterd kunnen worden door de begroting beter aan te laten sluiten op de (nieuwe) organisatie, zodat het voor raadsleden inzichtelijk is welk (deel)programma bij welke dienst hoort en welk collegelid of directielid aanspreekbaar is. De Rekenkamer deed een aantal aanbevelingen richting de raad om de gemeentelijke begroting beter aan de sturende en controlerende functies te laten voldoen.

Aanpak impulswijken: zicht op resultaten?

vrijdag, februari 1st, 2019

Een onderzoek naar het monitoren en evalueren van de impulswijkenaanpak

“Door het ontbreken van een gestructureerde programmatische aanpak ontbreekt zowel bestuurlijk als ambtelijk het (totaal)overzicht” Rekenkamer Tilburg

Vanaf 2007 kende Tilburg het impuslwijkenbeleid. In samenwerking met bewoners en maatschappelijke organisaties werkte de gemeente aan het verbeteren van de sociaal-economische positie van de bewoners in vijf (achterstands)wijken. Het doel van het onderzoek van de Rekenkamer was om na te gaan hoe het college het (inmiddels verlaten) beleid stuurt, de voortgang bewaakt en de effectiviteit van het beleid toetst in de vijf (achterstands)wijken. Uit het onderzoek bleek dat er voor de wijken concrete resultaten waren geformuleerd door het college, maar dat het inzicht in de relatie tussen de resultaten en in te zetten instrumenten ontbrak. Bovendien was er geen sprake van een ‘programmatische’ aansturing van de impulswijkaanpak. Daarmee samenhangend bleek het programma te leiden tot een onoverzichtelijk geheel van subsidiestromen en verantwoordingen, zonder transparante publieke verantwoording. Deze versnippering vertaalde zich ook in een versnipperde informatievoorziening in de P&C-stukken, zodat het voor de raad complex was een overzicht te krijgen van de baten en lasten van het impulswijkenbeleid.