De Rekenkamer is een hulpmiddel voor de gemeenteraad om te controleren of het college van burgemeester en wethouders goed bezig is. Met vier leden en een secretaris-onderzoeker spit de Rekenkamer allerlei onderwerpen door. Denk aan coronabeleid, energietransitie, subsidiebeleid en de gemeentelijke begroting. “Mensen denken bij een rekenkamer vaak: ‘Die gaan rekenen.’ Maar eigenlijk kijken we vooral naar wat het beleid heeft opgeleverd,” legt Veldman uit.

Veel plannen, weinig uitvoering

Een groot pijnpunt zit volgens Veldman in de gemeentelijke begroting. Elk jaar zet de gemeente een berg plannen op papier en reserveert daar geld voor. Prima natuurlijk, maar volgens de Rekenkamer zijn die plannen lang niet altijd haalbaar. “Tilburg heeft grote ambities, maar niet alles wat op papier staat, wordt ook echt uitgevoerd,” zegt Veldman.

Soms worden er afspraken gemaakt waarvan de gemeente eigenlijk al weet dat ze lastig te realiseren zijn. “Stel, je werkt samen met een bedrijf en je weet dat ze in 2025 te weinig mensen hebben om een project uit te voeren. Dan kun je wel geld reserveren, maar dat project is niet haalbaar. Dan kun je dat geld misschien beter ergens anders voor gebruiken.”

Overhouden klinkt goed, maar is het niet altijd

Veldman vindt het belangrijk dat de gemeenteraad kritisch terugkijkt op wat er met het geld is gebeurd. In 2023 bleef er maar liefst 23 miljoen euro over in de Tilburgse jaarrekening. Dat klinkt misschien als goed nieuws, maar volgens Veldman betekent dit eigenlijk dat plannen niet zijn uitgevoerd. “Als je zoveel overhoudt, betekent dat simpelweg dat je voor dat bedrag aan ideeën had, maar dat er niets mee is gedaan. Dat is zonde, want je kunt elke euro maar één keer uitgeven.”